elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: poepdoos

poepdoos , poepdeuze , 1. plee. 2. toilet.
Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst.
poepdoos , poepduus , poephok, poepkiste , 0 , (Zuidoost-Drents zandgebied, Zuidwest-Drenthe). Ook poephok (Zuidwest-Drenthe, zuid), poepkiste (Zuidwest-Drenthe, zuid) = wc Poepduus zeden wij mèer oet gekheid (Sle)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
poepdoos , poepdeuze , W.C.
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
poepdoos , poepdóós , toilet , Óp de houtere poepdóós meej 'n rond gat in't midde daor kós'tet nóddege laote valle. Het toilet was van hout, met een ronde opening, daar kon je het nodige laten vallen.
Bron: Hendriks, W. (2005), Nittersels Wóórdenbuukske. Dialect van de Acht Zaligheden, Almere
poepdoos , poepdeuze , zelfstandig naamwoord , de; (schertsend) wc
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
poepdoos , poepdoewes , w.c.
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
poepdoos , poepdeus , poepdeuze , toilet.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
poepdoos , poepdoeës , toilet
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal