elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: overtuigen

overtuigen , overtugen , overtuigen.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
overtuigen , overtugen , [werkwoord] , 1 overtuigen.; 2 overtuiging. In overtugen zitten = a) in gedachten zitten; b) (schertsend) zitten te dutten. Zo ook: hai komt in overtugen = in slaap.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
overtuigen , euvertuuge , euvertuuchde, haet of is euvertuuch , overtuigen.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
overtuigen , oavertuung , oavertuung, oavertuugd , overtuigen.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
overtuigen , overtugen , zwak werkwoord, overgankelijk , overtuigen Toen ze hum van zien ongeliek overtuugd hadden, mus hij wel inbinden (Eex), Toch wi’k mij eerst zelf aovertugen (Mep)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
overtuigen , overtugend , bijvoeglijk naamwoord , overtuigend
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
overtuigen , uüvertûige , werkwoord , uüvertûigde, uüvertûig , overtuigen
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
overtuigen , aovertugen , werkwoord , aovertugen, aovertuugd , overtuigen.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
overtuigen , uuevertuge , uuervertuugtj, uuevertuugdje, uuevertuugdj , overtuigen , Ich höb ’m uuevertuugdj van zien óngeliek.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
overtuigen , uëvertuge , werkwoord , uëvertuugtj, uëvertuugdje, uëvertuugdj , overtuigen
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
overtuigen , overtuûge , oeëvertuûge , werkwoord , o(eë)vertuugtj, o(eë)vertuugdje, o(eë)vertuugdj , eerste vorm Buitenijen (kerkdorpen rondom stadskern), Nederweerts, Ospels; tweede vorm Weerts (stadweerts); overtuigen
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
overtuigen , uvvertuge , uvvertuugde – uvvertuug , overtuigen
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal