Woord: overeen
overeen , overijn
, (overeen); ’t komt overijn oet = het komt op ’t zelfde neer, dat geeft geen verschil. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
overeen , overijn
, in overijn oetkomen = op ’t zelfde neerkomen: men zegt echter in ’t Nederlandsch ook: over één uitkomen. Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |
overeen , euverein
, overeen. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
overeen , ovverén
, overeen, over elkaar. Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
overeen , euverein
, overeen. Doe kéns neit mit de bein euverein zitte, wentste tot euver de oore in ’t werk zits: als er werk is, moet aangepakt worden. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
overeen , overiene , bijvoeglijk naamwoord
, (Zuidwest-Drenthe, zuid), in Wij waren zo overiene waren het gauw eens (Flu) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
overeen , uüverèin , bijwoord
, overeen , uüverèin VB: V'r zién uüverein koëme dat ich 'm e päor daog gaon hélpe.; gedoken (in elkaar gedoken zitten) uüverèin zitte VB: 'r Zit mer de gaansen däog uüverèin vuur zich oét te lore.; elkaar (over elkaar) uüverèin VB: Lek geng twie metser uüverèin, dat brink oongelök Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
overeen , aoveriene , bijwoord
, overeen. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
overeen , uueverein
, overeen, over elkaar Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
overeen , uëvereîn , uëverein
, 1. overeen; zie haoje altied uëvereîn – zij houden elkaar altijd de hand boven het hoofd, ze nemen altijd hetzelfde standpunt in 2. over elkaar Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
overeen , oeëvereîn , overeîn , bijwoord
, eerste vorm Weerts (stadweerts); tweede vorm Buitenijen (kerkdorpen rondom stadskern), Nederweerts, Ospels; overeen, over elkaar Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
overeen , uvverein
, overeen Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |