elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: oneens

oneens , óneins , óneinser, óneinste , oneens.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
oneens , oniens , bijvoeglijk naamwoord , oneens
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
oneens , onêêñs , onêês , bijwoord , oneens Ook onêês
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
oneens , [oneens] , ónins , oneens
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
oneens , ónins , oneens
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
oneens , ónens , oneens
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal