elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: omkiepen

omkiepen , umkiepe , kippen van een kar.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
omkiepen , umkiepe , umkiepere , omgooien; omvallen.
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
omkiepen , omkiepe , werkwoord , omkippen. ’n èrdkèèr (zie aldaar) was ’n kipkar. De bak kon òmgekiept worden. Zegswijze: Ze heej de kèèr omgekiept. Ze heeft een miskraam gehad.
Bron: Naaijkens, J. (1992), Dè’s Biks – Verklarende Dialectwoordenlijst, Hilvarenbeek
omkiepen , umkippen , umkiepeln, umkiepen, umkiepern , zwak werkwoord, (on)overgankelijk , (Zuidoost-Drenthe, Midden-Drenthe). Ook umkiepeln (Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Kop van Drenthe). umkiepen (Zuidwest-Drenthe, zuid, Zuidwest-Drents zandgebied, Midden-Drenthe, Kop van Drenthe), umkiepern (Zuidwest-Drenthe, zuid, Kop van Drenthe) = 1. omkieperen Even die tun umkiepeln (Pdh), Bij dat gat moej de lorrie umkippen (Emm), De ummer mit water is um ekiept (Flu), Hij is met het hiele spul ommekipt (Klv), (fig.) Ze hef het zaokie umkiept ze had een miskraam (Gas) 2. overstorten Kiept de ummer mit water maar umme ien de wastobbe (Ruw)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
omkiepen , ommekiepen , ommekippen , werkwoord , omkieperen
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
omkiepen , ömkippe , werkwoord , kipde öm, ömgekip , kantelen , VB: De kroûker kipde mich öm en d'n hille wiks lao oppe groond.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
omkiepen , omkiepe , werkwoord , omkippen (Tilburg en Midden-Brabant)
Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren
omkiepen , omkiepe , zwak werkwoord , Frans Verbunt - omkippen; Jan Naaijkens, Dè's Jan Naaijkens, Dè's Biks (1992) - (1992) - omkiepe ww - omkippen ; 'de kèèr omkiepe - een miskraam hebben; Reelick e.a. - Bosch' woordenboek (1993 & 2002) - omkiepe - leeggooien
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant
omkiepen , umkiepe , omvallen
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal