elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: meluw

meluw , meul , bijvoeglijk naamwoord , Variant van mul, zacht, mals. Vgl. Boek.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
meluw , meêli-jje , meelje , (meervoud) tweede vorm Ospels; bladluizen
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
meluw , mou~w , karig
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal