elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: kruik

kruik , kruk , Kruik.
Bron: J.A.V.H. (18e eeuw), Haagsch Nederduitsch woorden-boekje. Den Haag: Johannes Mensert. Uitgegeven in: Kloeke, G.G. (1938), ‘Haagsche Volkstaal uit de Achttiende eeuw’, in: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde 57, 15-56.
kruik , kroek , [zelfstandig naamwoord] , kruik. Ook Fri. Dre. Zwe. kruka. De. krukke. Angels. crocca. Hd. Krug, Kruke. Eng. Scho. crock. Fra. crucke.
Bron: Boeles, P. (ca. 1875), Idioticon Groninganum. Vergelijkend woordenboek van den Groningschen tongval, uitgegeven door Siemon Reker, 1977, Egbert Forsten & Profiel.
kruik , krü̂ke , vrouwelijk , kruik.
Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak
kruik , kroek , kroeke, kruuk , kruik. Zegswijs: zij het ’n kroek an de vouten, zooveel als: zij heeft flinke, oppassende ouders, eigenlijk: zij heeft eene zorgvuldige moeder. Hiermede te vergelijken: zij ’s oet ’n goud hok. Zie: hok 3
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
kruik , krükke , Kruik in alle bet.
Bron: Draaijer, W. (1896). Woordenboekje van het Deventersch Dialect. ’s-Gravenhage: Martinus Nijhoff
kruik , krükke , Kruik in alle bet.
Bron: Draaijer, W. (2e druk 1936), Woordenboekje van het Deventersch Dialect, Deventer: Kluwer.
kruik  , kroek , kroeke  , krükske  , kruik.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
kruik , krükke , vrouwelijk , krükken , krükkien , kruik
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
kruik , kroeke , kroek , [zelfstandig naamwoord] , kruik. n Waarme kroek in ‘t bèr. Fig. Hai het n gòie kroek aan de vouten = hij heeft inkomen genoeg; hij wordt gesteund.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
kruik , kruuke , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , kruukn , kruuksken , kruik
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
kruik , wèrrem kruuk , vrouwelijk , warme kruik.
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
kruik , kroek , vrouwelijk , kroeke , kruukske , kruik.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
kruik , kruuk , opwarmkruik voor in het bed.
Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo.
kruik , kruke , krukie , kruik.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
kruik , kruuk , kruke, kroeke , 0 , kruken , (Zuidoost-Drenthe, Midden-Drenthe, Kop van Drenthe). Ook kruke (Zuidwest-Drenthe, Midden-Drenthe, veengeb. Oost-Drenthe), kroeke (Zuidoost-Drents veengebied) = 1. kruik Het is kaolder worden, wij neemt de kruuk met hen bedde (Zwe) 2. drinkkruik Vroeger nam ze een stenen kruke met hen ’t laand, later een blauwe pulle (Hijk), Een kruukie jenever (Dwi)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
kruik , kruke , kruik
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
kruik , krùkske , zelfstandig naamwoord , bierkruikje, “Ettese krùkskes”. * Anoniem Etten, West Noord-Brabants Idioticon A – Z, ± 1929. Ettens bier in kruikjes, ook wel “pirkes genoemd.
Bron: Verschuren, Frans (2000), Tètte-leurs Woordeboek. Zèège n'èn Schrijve meej plotjes, Etten-Leur.
kruik , kruuke , kruukien , kruik, kruikje.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
kruik , krûkske , kruikje , De sneevel zaot vruuger aalté in zó'n brûin stiine krûkske, wit'te dé nog? De jenever zat vroeger altijd in zo'n bruin stenen kruikje, weet je dat nog?
Bron: Hendriks, W. (2005), Nittersels Wóórdenbuukske. Dialect van de Acht Zaligheden, Almere
kruik , kruke , zelfstandig naamwoord , de 1. kruik voor vloeistoffen 2. kruik speciaal voor de verwarming van het bed, met heet water gevuld 3. ouderwets soort veldfles, geëmailleerde pul waarin men koffie of evt. ander drinken meenam naar het land 4. inmaakpot of pot van soortgelijke vorm
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
kruik , kroék , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , kroéke , kruúkske , kruik , VB: 'n kroék zjenever. VB: Nëm dich 'n kroék mêt sjlaope es te kaw veuj hebs.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
kruik , krökske , kruikje.
Bron: Luysterburg, J. e.a. (2007), Dialecten in het Zuidkwartier. Hoogerheide, Ossendrecht, Putte, Woensdrecht, Heemkundekring Het Zuidkwartier.
kruik , kruke , zelfstandig naamwoord , kruik.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
kruik , krûkske , blauw drinkkruikje dat een werkman vroeger mee naar z’n werk nam , vergit oew krûkske nie = vergeet je drinkkruik niet-
Bron: Melis, A. van (2011) Bikse Praot. Prinsenbeeks Dialectwoordenboek. Prinsenbeek: Heemkundekring ‘Op de Beek’
kruik , krùkske , kruikje , Krùksken òllie. Kruikje olie.
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
kruik , krukke , kruik.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
kruik , kroek , mannelijk , kroeke , kruukske , kruik , Ein werm kroek bie ’t kindje lègke.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
kruik , krk , kroek , zelfstandig naamwoord , kroeke , kruukske , kruik
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
kruik , kroêk , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , kroêke , kruûkske , kruik
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
kruik , krèùk , zelfstandig naamwoord , krökske , kruik om uit te drinken, met name de kruik waarin fabrieksarbeiders drank (van jenever tot thee) meenamen naar het werk; 1. kruik; blèkke krèùk - drinkkruikje v.d. fabrieksarbeider; ...meej men krökske nòr et wèèrk... (Lechim; ps. v.  Michel van de Ven; ongedateerd knipsel 1960-1980; uit: Ötverkôop ); 2. bijnaam, spot- of geuzennaam van een Tilburger; - 'ne krèùk = een kruikezeiker = een Tilburger; Cees Robben - ...Want van afkomst... ’n kruik.. (19561006); Cees Robben – Dees is naa de kruik/ die vruuger, ge wit wel... (19551126); Cees Robben – Ge bent uit ’t laand van de kruike... (19570727); Cees Robben – Vur de kruiken uit de stad... (19570316); Cees Robben – En ‘m jofel laoten laachen/ Naor de “kruiken” aon de kaant (19590613); Cees Robben – Lekker zoet kruikje (19671103) [Prent bij de geboorte van de 150.000ste Tilburger.]; Aaltij in et pronte (zôo et paast vur ene krèùk)... (Lechim; ps. v. Michel van de Ven; ongedateerd knipsel 1960-1980; uit: ‘Kèk – zeej aauwe Giel‘); ...want dèmme krèùke zèn daarop gòn we hier groot. (Lechim; ps. v. Michel van de Ven; ongedateerd knipsel 1960-1980; uit: Tilburg op z’n bèst); Naauw gao unne wever ok vort grôôts op zunne stiel/ En 't Kruiken dorp wordt 'n stad deur zunne textiel... (Lechim; ps. v. Michel van de Ven; ongedateerd knipsel 1960-1980; uit: Tilburg op z’n bèst); Bijnamenboek Karel de Beer - Jos de krèùk = Jos van Rijswijk (67); Bijnamenboek Karel de Beer - Jan de krèùk = Frans Verbunt (80); WBD (III.2.1:125) 'kruik' = kruik; Dus vraog ik oe van krèùk toe krèùk:/ Verheur tòch mèn gebèd. (Henriëtte Vunderink, Gebèd toe Peerke Donders, uit: Tis de moejte wèrd; 2011); zie krökske; zie krèùkin; krökske; verkleinwooord; kruikje; Cees Robben – ik vulde steeds men krökske; Cees Robben – ons drinkeskrökske waar ok blauw; ...wörom dan gin blauw krökske? (Lechim; ps. v. Michel van de Ven; ongedateerd knipsel 1960-1980; uit: Tis allêen de naom)
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant
kruik , kroe~k , kroe~ke , kruukske , kruik
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal