Woord: krentenwegge
krentenwegge , krentewegge
, tarwebrood met krenten. Zie: wegge. Bron: Molema, H. (1889), Proeve van een woordenboek der Drentsche volkstaal in de 19e eeuw, handschrift |
krentenwegge , krentĕweggĕ
, krentebrood. Bron: Ebbinge Wubben, C.H. (1907), ‘Staphorster Woordenlijst’, in: Driemaandelijkse Bladen 6, 61-94 |
krentenwegge , kreantenwäggen , mannelijk
, krentenstoet Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen |
krentenwegge , kréntewëk , klemtoon op –wëk , mannelijk
, kréntewëgge , kréntewëkske , krentenbrood; slap mens. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
krentenwegge , krintewééch
, krentenbrood. Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo. |
krentenwegge , krentenwegge
, groot krentenbrood met name bij geboorte gegeven. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
krentenwegge , krintenwegge , kr-ntewegge , 0
, (Zuidoost-Drenthe). Ook kr-ntewegge (Noord-Drenthe, Zuid-Drenthe) = groot krentenbrood Een krentewegge was soms wal 2 meter lang (Wed), Mit de krentewegge op stap gaon op kraamvisite gaan (Hgv) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
krentenwegge , krentewege , krentewegge
, zie krentemikke Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
krentenwegge , krentewège
, (Gunninks woordenlijst van 1908) zie krentemikke Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
krentenwegge , krentewegge , krentewigge , zelfstandig naamwoord
, de; 1. krentenbrood 2. getijgerde hond Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
krentenwegge , [krentenbrood] , krintewèk , mannelijk
, krentenbrood Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
krentenwegge , krintewèk , zelfstandig naamwoord
, krintewègke , krintewèkske , krentenbrood ook krintemik Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
krentenwegge , krintewek
, krentenbrood Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |