elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: houtduif

houtduif , holdoev’ , houtduiven.
Bron: Molema, H. (1889), Proeve van een woordenboek der Drentsche volkstaal in de 19e eeuw, handschrift
houtduif , [soort duif] , hòltdûve , vrouwelijk , houtduif.
Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak
houtduif , holtdoef , holtdoeve , houtduif.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
houtduif , hôltdoêf , vrouwelijk , houtduif; houtduuf [Box]
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
houtduif , houtdoef , vrouwelijk , houtdoeve , houtduufke , houtduif.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
houtduif , hóltdoêf , Ned. houtduif.
Bron: Kuipers, Cor e.a. (1989), È maes inne taes. Plat Hôrster, Horst.
houtduif , holtdoeve , houtduif.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
houtduif , holtdoeve , 0 , houtduif, Columba palumbus Holtdoeven kunt je hielwat opvreten (Hijk)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
houtduif , òltdôêve , houtduif
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
houtduif , kwoolduif , zelfstandig naamwoord , houtduif, Columba palumbus.
Bron: Verschuren, Frans (2000), Tètte-leurs Woordeboek. Zèège n'èn Schrijve meej plotjes, Etten-Leur.
houtduif , hooltdoeve , zelfstandig naamwoord , de; houtduif
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
houtduif , oltdoeve , zelfstandig naamwoord , houtduif.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
houtduif , houtdoef , vrouwelijk , houtduif
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
houtduif , houtdoef , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , houtdoêve , houtduufke , bosduif
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
houtduif , holtdoe~f , holtdoe~ve , holtduufke , houtduif
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal