Woord: hanglip
hanglip , hanglip , 0
, hanglip Het klein jonggie wörde over eslaone bij het uutdielen; het stund stille in een hoek te kieken met een hanglippe (Dwi) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
hanglip , hanglip
, pruillip Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |