elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: gietijzer

gietijzer , gietiezer , 0 , Var. als bij gieten = gietijzer De pankoukpotjes van het veenvolk waren van geitiezer en van binnen waren ze gimmeleerd (Bco)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
gietijzer , gietiezer , zelfstandig naamwoord , gietijzer.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
gietijzer , gaetie~zer , gietijzer
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal