elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: gewoon

gewoon , gewoon , bijvoeglijk naamwoord , gewoone , gewoon.
Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak
gewoon  , gewoeën , gewoon.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
gewoon , geweun ,   ,   , gewoon.
Bron: Overdiep, G.S. (1949), Woordenboek van de Volkstaal van Katwijk aan Zee, Antwerpen
gewoon , gewoon , [bijvoeglijk naamwoord] , gewoon. ‘t Is wat meer as gewoon = ‘t is geen alledaagse man.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
gewoon , geweun , bijvoeglijk naamwoord , Verouderd voor gewoon.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
gewoon , geweun , gewoon , geweunder, geweunste , gewoon.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
gewoon , gewoon , bijvoeglijk naamwoord, bijwoord , 1. gewoon Daor woont hiel gewoon volk (Sti), Ik bin het niet gewoon, late op te staon (Hgv), Die kerel is hiel gewoon bleven eenvoudig (Sle) 2. eenvoudigweg Ik heb der gewoon gien zin an (Row) 3. gewoonlijk Hie döt aans as gewoon (Emm) *Ie kunt lang genog hangen, aj het mor gewoon bint (Sle); Aj het mor gewoon bint, kuj wal met het gat in de hekel zitten (Sle); Doe mar gewoon, dan doej al gek genog (Vle)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
gewoon , gewoon , gewoon
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
gewoon , geweun , bijvoeglijk naamwoord , gewoon
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
gewoon , gewoen , bijvoeglijk naamwoord , gewoon , VB: 't Ês altiéd 'nne gaanse gewoene mêns bliëve.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
gewoon , gewuuen , gewuuener, gewuuenst , gewoon
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
gewoon , gewuën , bijvoeglijk naamwoord , gewuëne , gewoon
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
gewoon , gewoeën , gewoon
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal