Woord: eergisteren
eergisteren , eerguster
, eergisteren. Zegswijs: Doomnie bran joen bekje nijt, met de ironische toevoeging: ’t is kōffie van eerguster, als men heete koffie aan den mond zet. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
eergisteren , ereguster , eerguster , [bijwoord]
, eergisteren || eerguster , (Westerkwartier) Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
eergisteren , eegöstere
, eergisteren. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
eergisteren , eergisteren
, eergisteren Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
eergisteren , eregister , eerregister , bijwoord
, eergisteren Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
eergisteren , eergister , bijwoord
, eergisteren. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
eergisteren , irgistere
, eergisteren Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen |
eergisteren , egéstere , egéster , bijwoord
, (Weerts (stadweerts), Buitenijen (kerkdorpen rondom stadskern)) gisteren Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
eergisteren , ie~rgister
, eergisteren Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |