elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: dunnen

dunnen , [lies] , dunnen , (Den dunnen). Wanneer van het menschelijk ligchaam gesproken wordt, verstaat men door den dunnen, het lies.
Bron: Panken, P.N. (1850) Kempensch taaleigen, Idioticon I, A-Z, Idioticon II, H-Z, red. Johan Biemans, 2010, Bergeijk.
dunnen , [buikpersen] , dünnen , zwak werkwoord , buikpersen.
Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak
dunnen , dunn , zwak werkwoord , uitdunnen
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
dunnen , dunnen , hij is aon d’n dunnen, hij heeft diarree. zie ook spèllen.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
dunnen , dunnen , werkwoord , uitdunnen
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
dunnen , dunne , werkwoord , dun, dunde, gedund , jonge bietenplantjes uitdunnen; dit moest gebeuren omdat bietenzaad samengesteld zaad was, d.w.z. er kwamen twee, drie of vier plantjes van één zaadje. Tegenwoordig is het éénzadig zaad (pillenzaad) Zie ook peedunne
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
dunnen , dönne , werkwoord , dönde, gedönd , uitdunnen , VB: Wortele dönne.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
dunnen , dunne , dunnen, plantjes op een rij zetten (op "een" zetten)
Bron: Melis, A. van (2011) Bikse Praot. Prinsenbeeks Dialectwoordenboek. Prinsenbeek: Heemkundekring ‘Op de Beek’
dunnen , [uitdunnen] , dunne , duntj, dundje, gedundj , uitdunnen
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
dunnen , dunne , werkwoord , uitdunnen
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
dunnen , dunne , (meervoud) (Nederweerts) liezen
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
dunnen , dunne , dunde – gedund , uitdunnen van planten
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal