elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: drekbak

drekbak  , dreksbak , vuilnisbak.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
drekbak , dreksbák , mannelijk , vuilnisemmer, asemmer. [Ove]; persoon die alle restjes opeet [Ove]
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
drekbak , drėkbak , drėkskis , mannelijk, vrouwelijk , drėkbėk , vuilnisvat, vuilnisemmer.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
drekbak , drekbak , vuilnisvat
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
drekbak , drekbak , zelfstandig naamwoord, mannelijk , drekbek , drekbekske , bastaardhond , drekbak (letterlijk: vuilnisbakkenras) VB: Laot 'm dan 'nne drekbak zién, kraank ês 'r noets en 'r ês zoe leef vuur de keender.; vuilnisbak VB: Zit d'n drekbak boéte, dalik koëme ze langs.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
drekbak , [vuilnisbak] , drekbak , zelfstandig naamwoord , zinken vuilnisemmer, asemmer. Voordat de zinken vuilnisemmer oftewel asemmer kwam, had men de groen geschilderde, taps toelopende bak met een deksel erop van hout, een houten container als het ware. Zie ook: vullesbak, vullesemmer.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
drekbak , dreksbak , vuilnisbak
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal