elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: dertien

dertien , dartien , dertien; ʼt gait as ʼn dartien = ʼt gaat vlug van stapel, ʼt glijdt gemakkelijk, ʼt lukt goed, van werktuigelijke handelingen gezegd; zij (of: hij) lopt as ʼn dartien = is zoo vlug as ʼn dartien = ʼt is ʼn vlugge dartien. Harreb.: Hij is zoo vlug als een dertientje, wat eene verkorting zou zijn van: iemand die den dertiendag = Driekoningendag, viert; dertienavond = Driekoningenavond. Drentsch: as ʼn dartiene = zóó als ʼt behoort, flink.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
dertien , dertien , dartien , telwoord , Daarnaast dartien. || Hij is dartien jaar.
Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971)
dertien , dätteine , dertien
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
dertien , dortien ,   ,   , dertien.
Bron: Overdiep, G.S. (1949), Woordenboek van de Volkstaal van Katwijk aan Zee, Antwerpen
dertien , dattien , [telwoord] , ook: dartien (Westerkwartier) =13; naast daarde en daarteg; maar dan ook wel datteg. Zo vlog as n dattien = heel vlug en opgewekt. Zo ook: net zo wis as n dattien. ‘t Gaait as n dattien = ‘t gaat heel vlot. De oude opvatting van ‘t getal 13 is dus zeer gunstig. Daartegenover, uit het Holl.: Twaalf ambachten en dattien ongelokken. || big; datteg
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
dertien , datteene , telwoord , 13
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
dertien , dartien , dertien. [Kat]
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
dertien , dattien , dertien
Bron: Steenhuis, F.H. (1978), Stoere en Olderwetse Grunneger Woorden, Wildervank: Dekker & Huisman
dertien , dertien , in de zegswijze as ’n dertien, heel hard, heel erg. | Hai werkt as ’n dertien. Hai het ’m uitveterd as ’n dertien. Mogelijk is het woord een vervorming van Fries derten = dartel. Vgl. ook Fries as ’n dartjen = zeer, in hoge mate en oudfries derten = dwaas, krankzinnig.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
dertien , darteen , dertien.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
dertien , dertiene , dertien; * wat dach ie d’r van, onèèm of dertiene: wat is jouw mening, ja of ja?
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
dertien , dartien , daartien, dartiene , Ook daartien (Zuidwest-Drenthe, noord), dartiene (Zuidwest-Drenthe, Zuidoost-Drents veengebied), dertien (Zuidoost-Drents veengebied) = dertien Daor gaot er dartien in een dozien (Odo), Het is oneven of dartien altijd mis (Flu), Zie bint mit zien dartienen (Hgv), (zelfst.) Vrijdag de dartiende brengt ongeluk, zegt ze, mor daor geleuf ik niks van (Sle) Twaalf ambachten, dartien ongelukken (Pdh)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
dertien , dartien , dertien.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
dertien , dättiene , dertien
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
dertien , dartien , telwoord , dertien, * Anoniem Etten, West Noord-Brabants Idioticon A – Z, ± 1929.
Bron: Verschuren, Frans (2000), Tètte-leurs Woordeboek. Zèège n'èn Schrijve meej plotjes, Etten-Leur.
dertien , dârtiene , dertien. Met dârtien man an taofel gaon is niet geraon, as der mâr veur tiene op stiet.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
dertien , dattien , dettien , hoofdtelwoord , dertien
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
dertien , dértien , telwoord , dertien , dértien Zw: Twelf aambachte, dértien oongelökke.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
dertien , dartien , dertien.
Bron: Luysterburg, J. e.a. (2007), Dialecten in het Zuidkwartier. Hoogerheide, Ossendrecht, Putte, Woensdrecht, Heemkundekring Het Zuidkwartier.
dertien , därtiene , telwoord , dertien.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
dertien , dertieën , dertien , Dertieën is ’t óngelöksgetal.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
dertien , dêrtieën , telwoord , dertien
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
dertien , dartien , telwoord , dertien; Kees en Bart: den dartiende; Cees Robben – Ik geef dartien stuiver... (19650709); Henk van Rijen: twaolf aajer èn dartien köökes - een buitenkansje of meevaller; Wil Sterenborg - den dartiende flöt - gezegde bij het kaarten, als er slechts twaalf troefkaarten 'uitgehaald' worden; B dartien; A.P. de Bont: dartien telw. dertien; WNT DERTIEN, dartien
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant
dertien , dertieën , dertien
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal