elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: burgerij

burgerij , bö̀rgerije , Burgerij. De Hoogere Bö̀rgerschôle, H. B. S.
Bron: Draaijer, W. (2e druk 1936), Woordenboekje van het Deventersch Dialect, Deventer: Kluwer.
burgerij  , börgerie , burgerij.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
burgerij , börgerij , [zelfstandig naamwoord] , burgerij.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
burgerij , börgerie , mannelijk , burgerij.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
burgerij , burgerij , elite van het dorp.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
burgerij , burgeréíj , mensen van het dorp
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
burgerij , burgerie , burgerij
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal