elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: buitenstaander

buitenstaander , butenstoander , buitenstaander.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
buitenstaander , butenstaonder , zelfstandig naamwoord , de; buitenstaander
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
buitenstaander , boétesjtëunder , zelfstandig naamwoord, mannelijk , boétesjtëunders , - , buitenstaander , VB: Vuur 'nne boétesjtëunder wêt 'r waol vëul devan aof.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
buitenstaander , butenstaonder , zelfstandig naamwoord , buitenstaander.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
buitenstaander , [buitenstaander] , boetestenjer , mannelijk , boetestenjers , boetestenjerke , buitenstaander
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
buitenstaander , boe~testaonder , buitenstaander
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal