elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: boerenmoes

boerenmoes  , boeremoos , boerekool.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
boerenmoes , boeremoes , onzijdig , boerenmoes, stamppot; boerenkool-stampot
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
boerenmoes , boerremoes , boerenkool.
Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo.
boerenmoes , boerenmoes , boerenmoos , stamppot van boerenkool.
Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst.
boerenmoes , boerenmoes , boerenkool.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
boerenmoes , boerenmoes , boermoes , (Zuidwest-Drenthe, noord). Ook boermoes = boerenkool Wij eet vandaege boerenmoes (Dwi)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
boerenmoes , boeremoes , zelfstandig naamwoord , de 1. boerenkool, boerenmoes 2. bekend gerecht van boerenmoes, boerenkool: boerenkool door aardappels gestampt
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
boerenmoes , boerremoes , boerenkool
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
boerenmoes , boeremoes , boerenkool
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
boerenmoes , boeremoes , boerenmoes , boerenkool.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
boerenmoes , boeremoes , zelfstandig naamwoord , boerenkool (Den Bosch en Meierij; Eindhoven en Kempenland; Land van Cuijk; Helmond en Peelland)
Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren
boerenmoes , boeremoos , onzijdig , boerenkool, zie ook greun moos
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
boerenmoes , boremoos , zelfstandig naamwoord, onzijdig , boremeuske , boerenkool
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
boerenmoes , boe~remós , boerenkool
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal