elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: bijleggen

bijleggen , bieleggen , [werkwoord] , bij leggen. Hai mos ter nòg geld bieleggen.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
bijleggen , bijleg’ng , werkwoord , beëindigen, van twist
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
bijleggen , bielëgge , lach bie, haet of is biegelach , bijleggen.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
bijleggen , bijleggen , sterk werkwoord, zwak werkwoord, overgankelijk , 1. bijleggen Wij zult daor wel wat geld bijleggen (Gie), Ik heb der bij de verkoop van ’t huus behoorlijk op moeten bijleggen (Ass), Ie mugt best met oes hen ’t feest, mor dan moej wal wat bijleggen (Hijk), Daor kan ik het niet veur doen, dan meu’k er jao geld bijleggen er geld bij inschieten (Hol), Zal ik er het miende ook mar bijleggen mijn deel erbij doen in de vorm van geld, knikkers etc. (Dwij) 2. beslechten De breurs hebt lange tied niet mit mekaar eproot, mar ze hebt ’t nou toch bij elegd (Bro) 3. opzij leggen (Zuidoost-Drents zandgebied) Eerst even die rikpaolen bijleggen, dan kuw der langs (Pdh)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
bijleggen , bijlèège , werkwoord , spel: meisjesspelletje met kopspelden. zie: koppes of wootes en zie: gelijk of ongelijk.
Bron: Verschuren, Frans (2000), Tètte-leurs Woordeboek. Zèège n'èn Schrijve meej plotjes, Etten-Leur.
bijleggen , biélegke , werkwoord , laag bié, biégelaag , schikken , (in der minne schikken) biélegke VB: 'n Rûizing biélegke.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
bijleggen , [van een ruzie] , bielègke , bijleggen , Ein ruzing bielègke. Wae höbbe allemaol biegelag(d) vuuer ’t cadeau.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
bijleggen , bijgeleet , werkwoordsvorm , van ‘bijlègge’; bijgelegd; goedgemaakt; Cees Robben – Mar ast bijgeleet is... (19631122)
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant
bijleggen , beejlegge , lag beej – beejgelag , bijleggen
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal