Woord: bidprentje
bidprentje , bitprèntje
, bidprentje, doodsprentje, gedachtenisprentje, tijdens de uitvaartdienst uitgereikt. Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo. |
bidprentje , bidprèntje
, bidprentje , Liege és ‘n bidprèntje. Liegen als een bidprentje. Op een bidprentje staan meestal alleen de goede dingen, de nare zijn weggelaten. Bron: Hendriks, W. (2005), Nittersels Wóórdenbuukske. Dialect van de Acht Zaligheden, Almere |
bidprentje , bidprentien , zelfstandig naamwoord
, et; bidprentje Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
bidprentje , baejprêntje
, baejprêntjes , (verkleinwoord) bidprentje Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
bidprentje , bidprèntje , zelfstandig naamwoord
, gedachtenisprentje, doodsprentje; GG liegen as en bidprentje Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |
bidprentje , baejprintje
, bidprentje Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |