Woord: waterpot
waterpot , wetrpot , zelfstandig naamwoord
, ijzeren pot om veevoer in te koken Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl. |
waterpot , wàtterpot
, po. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
waterpot , wôtterpot
, po Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk. |