elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: voortuin

voortuin , veurtuin , voortuin.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
voortuin , veurtuun , 0 , voortuin In de veurtuun hebt ze bloemen (Bal), De veurtoene stun vol bloumen (Erf)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
voortuin , [tuin voor het huis] , vuurtuin , ijzeren hekwerk, wat om de haard of kachel werd geplaatst, zodat kleine kinderen zich daaraan niet konden branden.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
voortuin , veurtuin , veurtuun , zelfstandig naamwoord , voortuin.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
voortuin , vurtuin , voortuin
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal