elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: verscheidene

verscheidene , verschaaie , bijvoeglijk naamwoord, telwoord , Verscheidene. Vgl. voorwerk. || Verschaaie boompies benne dood’egaan.
Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971)
verscheidene , verscheijere , veel.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
verscheidene , verschaoje , verschillende , Héij hi verschaoje sórte érpel gehad, mér die gèèj wult die zén nouw krék óp. Hij heeft verschillende soorten aardappelen gehad, maar die jij wilt die zijn nu net op.
Bron: Hendriks, W. (2005), Nittersels Wóórdenbuukske. Dialect van de Acht Zaligheden, Almere
verscheidene , versjejje , verscheidene , versjejje VB: Ich been al versjejje daog neet op m'n sjtekke. Zw: Versjejje ês twie-ensiëvetig: antwoord dat gegeven wordt als iemand door 'versjejje' te zeggen een, naar het oordeel van de vrager, te vaag antwoord geeft.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
verscheidene , verschéíjende , verschillende
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal