Woord: uitprenten
uitprenten , oetprinte
, printde oet, is oetgeprint , de vormen laten uitkomen. Dat kleit is dich te éng, dao zuuste zoo oetgeprint in oet: die jurk is te nauw, je vormen zijn te sterk geprononceerd. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
uitprenten , uitprenten
, fotograferen. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
uitprenten , oétpreente , werkwoord
, preende oét, oétgepreent , vormen , (vormen tonen) oétpreente VB: Ich gaon mich ién de sjnie oétpreente. VB: Dat bluuske preent érg oét. Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |