Woord: turfhoek
turfhoek , törfhoek , 0
, (Zuidwest-Drenthe, Midden-Drenthe) = bergplaats voor turf Dat kind speult geern in de törfhoouk (Bal) Achter ien de törfhoek zat een rottenust (Ruw) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
turfhoek , tùrfhoek
, bewaarplaats voor turf bij de schouw. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |