elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: toegeven

toegeven , tougeven , [werkwoord] , 1 toegeven. Geef mor wat tou; zokke lu mouten wat tougeven wòrren.; 2 over hoop geven. Ik geef nog n haalf pond tou.; 3 meegeven. Ies geft niks tou.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
toegeven , toegeven , sterk werkwoord, overgankelijk , 1. toegeven Hol de kop er mar veur, nooit toegeven (Oos), Ik mot tougeven, dat doe geliek hest (Bov), Aj non albeide wat toegeeft, dan bi’j zo bij mekaar gezegd bij de handel (Sle), Een beste kerel, dat mu’k hum toegeven (Hgv) 2. erop toegeven, extra geven bij een koop Ik mus honderd gulden tougeven (Row), Zeker reklame, ze hebt mij een half pond koekies toegeven (Wee), Ik mout er op tougeven ik verkoop het voor minder dan het me kostte (Eco)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
toegeven , tówgeven , toegeven, inbuigen: ’t glas gift nie tów, het glas buigt niet, het breekt als men er tegenaan stoot.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
toegeven , toegeven , werkwoord , 1. zijn ongelijk erkennen, de ander gelijk geven 2. inschikkelijk zijn, gemakkelijk accoord gaan met wat de ander wil 3. iets extra’s betalen, bijleggen 4. iets extra’s geven 5. (m.b.t. voedsel) geven 6. de melk laten gaan bij het melken
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
toegeven , tôwgeeve , tôwgeeve
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
toegeven , [toegeven] , toegaeve , toegeven, zwichten
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
toegeven , toegeeve , sterk werkwoord , toegeeve - gaaf toe - toegegeeve , toegeven; extra geven; Mandos - Brabantse Spreekwoorden - 2003 - 'Ge moet ze wè toegeeve', zi Brónsgist (Pierre van Beek - Tilburgse Taalplastiek 1971) - lett.: in de; kruidenierswinkel wat boven het normale gewicht geven; ook: gelijk geven. WBD III.1.4:50 'niet toegeven' = iemand weerstaan
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal