elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: schibbelen

schibbelen , schibbele , schiebele, schiebere , rillen.
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
schibbelen , schibbelen , beven, trillen.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
schibbelen , schibbele , 1. beven, trillen; 2. rillen ( van de kou)
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
schibbelen , schiebere , skibbele , werkwoord , beven (Land van Cuijk); skibbele; bibberen (Den Bosch en Meierij)
Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal