Woord: scheidsteen
scheidsteen , skaejdsteen , zelfstandig naamwoord
, grenssteen Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl. |
scheidsteen , schéistéén
, een kei die in de grond op de grens tussen twee akkers ligt. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
scheidsteen , scheistien , zelfstandig naamwoord
, de; flinke keisteen ter markering van een grens, met name tussen twee percelen land Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
scheidsteen , schèìjstiejen
, grenssteen Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk. |