elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: root

root , röt , root (v. Dale); plaats waar het vlas te roten ligt; in de röt leggen = te roten leggen. Nedersaksisch vlas, hennep in de rate of reute leggen. Kil. rotte, roote = water om het vlas te weeken. Oostfriesch rötte: het vlas zit in de rötte, ook Groningschv. Dale: roten, van vlas, hennep, het aan aanhoudende inwerking van vochtigheid blootstellen om de kleverige zelfstandigheid van den bast grootendeels te vernielen en zoodoende den samenhang tusschen de vezels in hooge mate te verminderen, ja bijna geheel op te heffen; alsook: rotten (vlas, hennep) roten. – Het Oostfriesch heeft ook: dat flas sitt in de rötte te rötten. Alzoo: roten = rotten, Groningsch, Oostfriesch rötten = tot bederf overgaan.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
root , röt , [zelfstandig naamwoord] , het roten. Vlas in de röt zetten, in n sloot mit stainen der op. Westerwolde ook fig.: Dij zoak zit al laank in de rötte = hangt al lang. || roten
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
root , rotte , (Zuidwest-Drenthe), in in de rotte ter rotting Vlas mus eerst in de rotte, dan gunk het makkelijker uut mekaar (Koe), Metselkalk wör vrogger in de rotte ezet, veurdat er metselspecie van emèuken wör (Wsv)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
root , róót , kuil waarin vlas geróót wordt.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
root , reute , stof waarvan was wordt gesmolten.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
root , rotte , zelfstandig naamwoord , de; root: d.i. waarin men vlas root, in in de rotte zetten
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
root , roet , bijwoord , op(pe) -, onderweg
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
root , roet , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , roetes , rijbaan, sloot langs spoor
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal