elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: rodekool

rodekool , roeëjekoeël , roode kool.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
rodekool , rooie kól , mannelijk , rode kool.
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
rodekool , rojekòl , rode kool.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
rodekool , rooiekool , zelfstandig naamwoord , de; rodekool
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
rodekool , roojkólle , rodekool
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
rodekool , roeëjekoeël , zie roeëdmoos
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
rodekool , roeëje koeël , rode kool
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal