Woord: ploegdrijver
ploegdrijver , ploegdrijver , zelfstandig naamwoord
, jongste knecht op de boerderij (KRS: Hout) Zie hoofdstuk 4, punt 1: de boerderij . Bron: Scholtmeijer, H. (1993), Zuidutrechts Woordenboek – Dialecten en volksleven in Kromme-Rijnstreek en Lopikerwaard, Utrecht |
ploegdrijver , ploegdrijverke
, kwikstaart. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
ploegdrijver , ploegdrieverke , zelfstandig naamwoord
, witte kwikstaart (Land van Cuijk) Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren |