Woord: ordineren
ordineren , onnaaiern , [werkwoord]
, ook: onneren (Westerkwartier) = annaaiern. , (Hogeland) Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
ordineren , òrdnijern , [werkwoord]
, zie annaaiern = bestellen. , (Westerwolde) Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
ordineren , ordeneren
, bevelen, regelen. hij li alléén mar te ordeneren, hij beveelt alleen maar. zie ook verordeneren. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
ordineren , anneren , werkwoord
, bestemmen, bedoelen Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
ordineren , ordeneere , werkwoord
, ordenen (West-Brabant) Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren |