elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: ongeraakt

ongeraakt , ongeràkt , ongeregeld. hij kumt alt ongeràkt van z’n wèèrk af, hij komt altijd op ongeregelde tijden van zijn werk thuis.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
ongeraakt , ôngerakt , ongeregeld
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
ongeraakt , ongerákt , ongeraokt , bijwoord , uitermate (Eindhoven en Kempenland); ongeraokt; onberekenbaar (Tilburg en Midden-Brabant)
Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal