Woord: omwenden
omwenden , umwenden , zwak werkwoord, overgankelijk
, (Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drents zandgebied) = omkeren van een regel hooi We moet het heui nog een keer ummewenden (Wsv), z. ook keren Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
omwenden , umwèèngen
, omkeren. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
omwenden , umwèène , wèène
, omkeren van gras Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk. |
omwenden , umwééne , werkwoord
, omkeren (Land van Cuijk) Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren |