elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: muilpeer

muilpeer , moelpeer , muilpeer, muulpeer , 0 , (niet erg gebr.). Ook muilpeer, muulpeer (Zuidoost-Drents veengebied, Zuidwest-Drenthe, zuid) = muilpeer, oorvijg
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
muilpeer , muilpeer , klap.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
muilpeer , moelpere , moelpeer , zelfstandig naamwoord , de; muilpeer: klap
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal