Woord: moesappel
moesappel , mousappel
, soort van zuren appel. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
moesappel , mousappel , [zelfstandig naamwoord]
, appel voor mous of smots. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
moesappel , moesappel
, appel om appelmoes van te maken. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |