Woord: Maria
Maria , maranta , marante, marantela
, (Heilige). Uitroep van verwondering. Jezus Maria! Als mijdspraak wordt vervangen door Jonges Maranta! Bron: Panken, P.N. (1850) Kempensch taaleigen, Idioticon I, A-Z, Idioticon II, H-Z, red. Johan Biemans, 2010, Bergeijk. |
Maria , Moarieoa , Mereike
, veel in ʼt Westerkwartier met den klemtoon op Moa, voor: Maria, dat echter onder de lagere klasse meer luidt Mereike. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
Maria , Maria
, vrouwennaam. De klemtoon valt soms op de eerste lettergreep; vroeger was dit waarschijnlijk steeds het geval. Men hoort deze uitspraak b.v. nog in het sterrelied (Navorscher 44, 125): “Tot Bettelem, die schoone stad, waar Maria met heur klein kindeke zat”. Zekere vrouw heet malle Márie. En in de zegsw. zo makkelijk als Marie-buur wordt dit laatste woord geaccentueerd. – Ook in de Groninger Ommelanden wordt Moarie zo uitgesproken (MOLEMA 6). – Vgl. Marrie. Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971) |
Maria , Mereike
, zie Moarioa *. Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |
Maria , Miete , Mietien , eigennaam
, Mietje Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen |
Maria , Maaria , Maj, Mie, Mieke
, Maria.; Maj, Mie, Mieke Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
Maria , miete
, meisjesnaam: Miete. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
Maria , Maria , eigennaam
, Maria, inz. naam van de H. Maagd Maria (vooral r.-k.) Maria Hemelvaort 15 aug. (Bco), Maria Lichtmis 2 febr. (Klv), z. ook lichtmis *Maria geboren / Boer zaai je koren 8 sept. (Bov). Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
Maria , Mie , Riet, Miek, Miep, M'rie, Riek
, Maria. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
Maria , Meri’je , zelfstandig naamwoord
, de; Maria, Marije Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
Maria , Merijchie , eigennaam
, Marietje Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
Maria , Mari , Merie, Mie, Miet, Ria, Ri , (Mie\t)
, Maria Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
Maria , Mai
, Maria Magdalena Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |