Woord: mangelmolen
mangelmolen , mangelemeûle , mannelijk
, bietenmolen, bietensnijder. Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
mangelmolen , mangelmeule
, meule vur ut male vánne mangelwortele. Bron: Kuipers, Cor e.a. (1989), È maes inne taes. Plat Hôrster, Horst. |
mangelmolen , mangelmeul , mangelsnieder , 0
, (Zuidoost-Drents zandgebied). Ook mangelsnieder (Noord-Drenthe, Zuid-Drenthe) = bietensnijmachine Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
mangelmolen , mangelmeulen
, bietensnijder. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
mangelmolen , mangelmeule , zelfstandig naamwoord
, de; molen waarmee voederbieten in plakken worden gesneden Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |