elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: mouder

mouder , molder , vrouwelijk , houten linnenbak.
Bron: Halbertsma, J.H. (1835), ‘Woordenboekje van het Overijselsch’, in: Overijsselsche Almanak voor Oudheid en Letteren 1836, Deventer: J. de Lange.
mouder , [vierkante houten bak] , mòlder , [weinig gebruikelijk] vierkante houten bak, voornamelijk voor de wasch.
Bron: Gallée, J.H. (1895), Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect, aanhangsel Twents
mouder , mòlder , vierkante houten bak, voornamelijk voor de wasch.
Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak
mouder , mòlder , mannelijk , Kleerbak. In sommige streken van Geld. is mòlder = mud of zak.
Bron: Draaijer, W. (1896). Woordenboekje van het Deventersch Dialect. ’s-Gravenhage: Martinus Nijhoff
mouder , mòlder , mannelijk , Kleerbak. In sommige streken van Geld. is mòlder = mud of zak.
Bron: Draaijer, W. (2e druk 1936), Woordenboekje van het Deventersch Dialect, Deventer: Kluwer.
mouder , malder , mud (inhoudsmaat).
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
mouder , molder , Kleêrbak; bij Kil. Mensurae aridae genus, en zo in een groot gedeelte van Gelderland. Beide beteekenissen hebben iets van ’t zelfde denkbeeld.
Bron: Dumbar, G., H. Scholten en J.A. de Vos van Steenwijk Vollenhove (1952), Het Dumbar Handschrift – Idioticon van het Overijsels in het einde der achttiende eeuw, uitgegeven door H.L. Bezoen, Deventer
mouder , mauer , onzijdig , malder, zie: maot.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
mouder , mooljter , mannelijk , maalloon. De mooljter bedroeg 1/16 deel van het gemaal.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
mouder , mouljter , mannelijk , mouljtere , de benodigdheden voor het maken van roggebrood, aanwezig in “de mooj”, zie daar. In de tijd, dat nog zelf gebakken werd, beschikte men over grote kneedbakken of troggen, speciaal voor het zwartbrood. Voor het maken van het deeg nam de huisvrouw b.v
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
mouder , malder , 8 vat, ongeveer 1,3 hectoliter. zie ook mud.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal