elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: looprek

looprek , looprek , onzijdig , box (voor kinderen)
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
looprek , looprekke , looprek.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
looprek , lóóprek , looprek, box voor kleine kinderen.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
looprek , loeweprek , 1. looprek; 2. box
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
looprek , lauprèk , zelfstandig naamwoord , lauprèkke , lauprèkske , box, looprek
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal