elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: krentenmik

krentenmik  , krintemik , krentenbrood. Enfin krintemik, mijnentwegen.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
krentenmik , krintemik , mannelijk , krentenbrood, rozijnenbrood
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
krentenmik , krintemik , brood waarin krenten gebakken worden, krentenbrood.
Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo.
krentenmik , krintemik , zelfstandig naamwoord , krentebrood. Zie ook: bròòd.
Bron: Naaijkens, J. (1992), Dè’s Biks – Verklarende Dialectwoordenlijst, Hilvarenbeek
krentenmik , krentemikke , 0 , (Zuidwest-Drenthe, Midden-Drenthe) = krentebrood Zaoterdags bakte mien mo aaid een krentemikke. Die weur bakt in een stoeteblik (Bei)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
krentenmik , krintemik , krentenbrood.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
krentenmik , krentemikke , krentenbrood. Ook: krentewege (Kamperveen), krentewegge (Kampereiland), Gunninks woordenlijst van 1908: krentewège (niet Kampen)
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
krentenmik , krentemik , zelfstandig naamwoord , de; krentenbrood
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
krentenmik , kréntemik , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , kréntemikke , kréntemikske , krentenbrood , VB: 'n kréntemik kaom vreuger zélde of noets oppe taofel.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
krentenmik , krintemik , krentenbrood
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
krentenmik , krintemik , krentenbrood
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
krentenmik , krintemik , zelfstandig naamwoord , krentenbrood (Land van Cuijk; Tilburg en Midden-Brabant)
Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren
krentenmik , krintemik , zelfstandig naamwoord , krintemigke , krintemikske , krentenbrood ook krintewèk
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
krentenmik , krintemik , krèntemik , zelfstandig naamwoord , krentenbrood; R.J. '.. kreeg op z'n mieter meej 'ne gròte krintemik'; R.J. 'mene lèkkere krintemik'; Cees Robben - ...in d’n krintemik gebakke... (19681108); Cees Robben – ’n krintemikske (19540731); Frans Verbunt -  'krèntemik'; Piet van Beers – ‘Advertènsies leeze’: oover taarte, brôod èn oover krintemik. (Spoeje doemmeniemer; 2009); A.P. de Bont, Dialekt van Kempenland, Meer in het bijzonder d’Oerse taol, 1958 etc. - ; kr?nt?mik znw.m. - wittebrood waarin krenten gebakken zijn. Jan Naaijkens, Dè's Biks - 1992 - krintemik zn - krentebrood; krèntemik; Frans Verbunt -  krentenbrood; – De aanduiding krentenbrood mag uitsluitend worden gebezigd voor brood met ten minste 30, krenten. (Koninklijk besluit van 4 juni 1998)
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal