elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: korts

korts , korts , onlangs, kort geleden.
Bron: Panken, P.N. (1850) Kempensch taaleigen, Idioticon I, A-Z, Idioticon II, H-Z, red. Johan Biemans, 2010, Bergeijk.
korts , korts , [bijwoord] , onlangs.
Bron: Boeles, P. (ca. 1875), Idioticon Groninganum. Vergelijkend woordenboek van den Groningschen tongval, uitgegeven door Siemon Reker, 1977, Egbert Forsten & Profiel.
korts , kôrs , kort geleden
Bron: Steenhuis, F.H. (1978), Stoere en Olderwetse Grunneger Woorden, Wildervank: Dekker & Huisman
korts , korts , onlangs.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
korts , kors , ónlangs. (WNT)
Bron: Kuipers, Cor e.a. (1989), È maes inne taes. Plat Hôrster, Horst.
korts , korts , bijwoord , onlangs, kort geleden. Bè Zotte Sus is korts nog ’n schaop dòòdgebeejte.
Bron: Naaijkens, J. (1992), Dè’s Biks – Verklarende Dialectwoordenlijst, Hilvarenbeek
korts , korts , bijwoord , onlangs (KRS; Wijk, Lang, Coth, Werk, Bunn, Hout, Scha; LPW: IJss, Mont, Bens, Cab); ‘Hij was korts nog hier.’ (KRS: Coth). Soms met een voorzetsel: ‘In het kor(t)s heb ik hem nog gezien.’ (LPW: IJss); een contaminatie van korts en in het *kort ? Zie ook *kort betekenis 2.
Bron: Scholtmeijer, H. (1993), Zuidutrechts Woordenboek – Dialecten en volksleven in Kromme-Rijnstreek en Lopikerwaard, Utrecht
korts , kots , onlangs.
Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst.
korts , körs , kors , bijwoord , (Zuidoost-Drenthe, Noord-Drenthe). Ook kors (Zuidwest-Drenthe, zuid, Zuidoost-Drenthe, Kop van Drenthe met rekking). Ook zonder r = onlangs Is hij störven? Ik heb hum ja körs nog zien (Nam), Haarm is körs bij oous op veziet west (Eex), Zoas dat kös gaon is, wil ik het niet weer hebben mag het niet weer gebeuren (Pdh)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
korts , korts , 1) pas geleden; 2) binnenkort.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
korts , korts , binnenkort , Ik kom korts éfkes néffe zègge ze dan én dan duur'et nie lang mér. Ik kom binnenkort even langs zeggen ze dan en dan duurt het niet lang meer.
Bron: Hendriks, W. (2005), Nittersels Wóórdenbuukske. Dialect van de Acht Zaligheden, Almere
korts , kos , bijwoord , onlangs
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
korts , korts , 1. binnenkort; 2. pas
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
korts , korts , onlangs , Korts hék nog kórts gehad. Onlangs heb ik nog koorts gehad.
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
korts , korts , bijwoord , onlangs (Helmond en Peelland)
Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal