Woord: koelen
|
koelen , koelen , zwak werkwoord, intransitief
, Zie de wdbb. – Vroeger ook van de wind: een flinke koelte waaien. Thans ongebruikelijk. || Sy hadden een Zuyelijken windt, en ’t koelde digt (er woei een dichte koelt; zie op dicht), Reys na de Oost-Ind. 5 r°. Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971) |
|
koelen , koulen , [werkwoord]
, koelen. Fig. Hai mout de pap koulen = hij moet het bezuren. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
|
koelen , kuile
, kuilde, haet of is gekuilt , koelen. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
|
koelen , koelen , koulen , zwak werkwoord, overgankelijk
, Ook koulen (Kop van Drenthe) = koelen In de kelder wordt de spullen koeld (Bov) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
|
koelen , kuulen
, koelen. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
|
koelen , koelen , werkwoord
, koelen, koel maken Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
|
koelen , koelen , werkwoord
, koelen: koel worden, koel doen worden, koel bewaren Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
|
koelen , keule , werkwoord
, keulde, gekeuld , koelen , VB: Van beer wat neet gekeuld ês wörs te doedkraank. Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
|
koelen , keule
, keultj, keuldje, gekeuldj , koelen Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
|
koelen , keule , werkwoord
, keultj, keuldje, gekeuldj , koelen Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
|
koelen , keule , werkwoord
, koelen Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
|
koelen , kuule , zwak werkwoord
, Henk van Rijen – koelen Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |
|
koelen , keule
, koelen Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |