Woord: kniepoten
kniepoten , knéêjpote , knièjpote
, kop en poten binden (beest kan dan niet weglopen); een dier op de knieën brengen; de vrijer intomen. Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
kniepoten , kniepoten
, vastbinden; lastige koeien werden met een touw aan horens en voorpoten vastgebonden, zodat ze niet konden weglopen. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |