Woord: kneut
kneut , kneût , mannelijk
, rommeltje, zooitje D’n hélle kneût Het hele zooitje. Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
kneut , kneut
, rommel. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
kneut , knéút
, rommel, rotzooi Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk. |
kneut , kneut , zelfstandig naamwoord
, margarine (Tilburg en Midden-Brabant) ; kneut; mopperende vrouw (Tilburg en Midden-Brabant); kneut; troep, rommel (Land van Cuijk) Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren |
kneut , kneut , zelfstandig naamwoord
, margarine; Frans Verbunt: onaangenaam vrouwspersoon: 'en kneut'; Cees Robben – [Onderwijzer:] As is zeg.. ’t land van boter melk en kaas.. Wè bedoel ik dan... [leerling:] ’t Laand van de rôôme den kneut en de lub, mister... [onderwijzer:] Goed, Gijs... (19701030]; ...gin goei booter mir op oe brôod/ allêen mar kneut, of kaoikes. (Lechim; ps. v. Michel van de Ven; ongedateerd knipsel 1960-1980; uit: ‘Oktober... spaormònd‘); K. Heeroma - Brabants uit de 18e eeuw (woordenlijsten Verster,1968) - KNEUTEREN - foppen, bedriegenSB Wordt met 'kneut' derhalve bedoeld dat het 'fop-boter', onechte boter; Antw. KNEUT v. kwezel, Fr. devote, bigote; 2) bw - term in het knikkerspel 1) vrouw die nooit tevreden is; bijvoeglijk naamwoord, bijwoord stil, koes Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |