Woord: kakschool
kakschool , kakschoule , [zelfstandig naamwoord]
, minachtend voor bewaarschool. , (Stad) Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
kakschool , kakschól , vrouwelijk
, kleuterschool Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
kakschool , kaksjeulke , kattesjeulke , onzijdig
, kleuterschooltje. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
kakschool , kakschool
, kleuterschool. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
kakschool , kakschool , zelfstandig naamwoord
, kleuterschool, ook: bewaorschool. Bron: Verschuren, Frans (2000), Tètte-leurs Woordeboek. Zèège n'èn Schrijve meej plotjes, Etten-Leur. |
kakschool , kakschool
, kleuterschool Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk. |
kakschool , kak(ke)schooltje
, oude spottende benaming voor de vroegere “bewaarschool”, “kleuterschool”. Bron: Luysterburg, J. e.a. (2007), Dialecten in het Zuidkwartier. Hoogerheide, Ossendrecht, Putte, Woensdrecht, Heemkundekring Het Zuidkwartier. |
kakschool , kakschool , kakkeschool
, bewaarschool-kleuterschool , ja, ’tis al ne grwôte jonge wor, hij gaod’al nor de kakkeschool = ja, het is al een grote jongen hoor, hij gaat al naar de kleuterschool- Bron: Melis, A. van (2011) Bikse Praot. Prinsenbeeks Dialectwoordenboek. Prinsenbeek: Heemkundekring ‘Op de Beek’ |
kakschool , kakschool , zelfstandig naamwoord
, kleuterschool (Tilburg en Midden-Brabant; West-Brabant) Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren |
kakschool , kaksjoeal , mannelijk
, zo werd vroeger soms de bewaarschool, later kleuterschool, nu groep één en twee van de basisschool genoemd Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
kakschool , kakschool , kakschoeël , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk
, kakschole/kakschoeële , kakscheulke/kakschuuëlke , eerste vorm Buitenijen (kerkdorpen rondom stadskern), Nederweerts, Ospels; tweede vorm Weerts (stadweerts); kleuterschool Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
kakschool , kakscholtje , zelfstandig naamwoord, verkleinwoord
, bewaarschool; WBD III.3.1:445 'kakschooltje' = kleuterschool: ook 'papschool' Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |