Woord: jeetje
jeetje , jeetje
, uitroep van verbazing, schrik e.d. Vgl. allerlei variant zoals jeetje kreetje (verbastering van Jezus Christus), jemig kremig, jemus kremus, jemig, jeempie enz. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
jeetje , sjimmes
, jeetje. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |