Woord: houdens
houdens , hâuwes , ,
, bv.: om ’t hâuwes doen (bij het spel); doene we om ’t hauwes of om ’t gekkies: om te houden (wat men wint) of uit gekheid. Bron: Overdiep, G.S. (1949), Woordenboek van de Volkstaal van Katwijk aan Zee, Antwerpen |
houdens , houwes
, Is ’t vèur houwes of speule we vèur sles?, spelen we voor echt of niet? Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
houdens , houwes , uitdrukking
, Uit houwes [O] om te behouden (winst bij een spel; het tegengestelde van uit joks, om niets); Ten houwes komme [O] terecht komen Zie houwenis Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
houdens , ouwes
, om te houden , agge vur ouwes knikkert dan meude de gewonne knikkers ouwe = als je knikkert voor menens dan mag je de gewonnen knikkers houden- Bron: Melis, A. van (2011) Bikse Praot. Prinsenbeeks Dialectwoordenboek. Prinsenbeek: Heemkundekring ‘Op de Beek’ |