elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: filosoof

filosoof , fillezoof , mannelijk , fillezoofe , philosoof. Doe bës mich ’ne filiezoof: wordt gezegd tegen iemand met buitenissige ideeën.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
filosoof , [wijsgeer] , filesoof , filosoof.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
filosoof , fielesoof , filosoof
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
filosoof , fielezoof , fieliezoof , slijmbal, kontlikker, vleier
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
filosoof , fielezoof , zelfstandig naamwoord , huichelaar (Eindhoven en Kempenland)
Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal